Sinds dag één van de zomervakantie heeft Phéline heimwee naar school. Naar haar vriendjes, haar juffen maar vooral naar M., de jongen waar ze later mee zal trouwen wanneer hij heel sterk is. Er ging geen week voorbij zonder een tekening van M., meestal één waar hij op een draak reed.
Deze ochtend sprong M. van tussen geparkeerde auto's aan het kinderdagverblijf. Hij had blitse nieuwe sneakers aan van Angry Birds. Terwijl ik een praatje sloeg met zijn moeder, ratelde M. door over zijn vakantie, grote handgebaren inclusief. Phéline stond erbij & keek er naar. Haar wangen kleurden rood, mijn broek werd stevig vastgegrepen, de achterkant van mijn been gebruikt als verstopplaats. Geen "Dag M.!", geen "Ik ben blij u te zien.", enkel zenuwachtig gegiechel dat werd gevolgd door stilte.
Wat minuten later was het gesprek afgelopen en hadden we elk onze eigen weg aangevat. Toen we in het kinderdagverblijf toekwamen, zette ze zich neer op het dichtstbijzijnde stoeltje, nam potkleurtjes en tekende, jawel, M. "Hij was al sterker, mama. Hij heeft zelfs een auto. Aja, hij kwam toch van tussen de auto's, of niet soms? Mijn buik fladdert er nog altijd van. En schoenen van de vogels die vliegen tegen de apen. Die moet ge weg doen, zei hij. Hij was bij zijn oma in de vakantie. Plopland ook. Ik vertel het u later want ik moet kleuren nu. Hij had een glijbaan daar. Ik had hem wel gemist. Is het nog lang geen school meer?"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten