maandag 28 april 2014
Ik houd van jou, maar soms wordt het me teveel.
Liefste Sint-Niklaas,
Ik groeide hier op, terwijl ik eigenlijk in Beveren resideerde. Ik werd geboren in een van jouw ziekenhuizen, ging hier naar school en bracht mijn jeugd door bij mijn grootmoeder, die vlakbij de zeven bergjes in de Clementwijk woonde. Daar speelde ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ik liet er de eerste meikever die ik ooit zag over mijn vingertjes lopen. Die bergjes werden een tijdje geleden gesloopt en moeten nu plaats ruimen voor een nieuwe woonwijk. Maar dat geeft niet, ik ben blij dat des te meer mensen van 'mijn' stad kunnen genieten.
Enkele jaren geleden besloot ik opnieuw naar mijn geboorteplaats te verhuizen en Beveren achter te laten. Daardoor wandel ik nog steeds elke dag door jouw straten, waar mijn kinderen school lopen of naar de crèche gaan. Iedere straat of wijk bevat anekdotes, die soms een lachje op mijn gezicht tevoorschijn toveren. Aan de Kamer van Koophandel, bijvoorbeeld, kuste ik mijn eerste vriendje. Ik brak mijn enkel voor de eerste keer in het Brouwershof en nipte van mijn eerste biertje op het befaamde plein. Veel eerste keren heb ik hier meegemaakt.
Soms loop ik ook om. Dan bewonder ik huizen in de Monseigneur Stillemansstraat, tuur ik in de Stationsstraat naar de mooie pareltjes van gevels die zich boven de winkels bevinden (hallo Panos!), kijk ik met een gelukkig hart naar mijn vroegere middelbare en lagere school of probeer ik mij in te beelden waar het frituur op de markt ooit stond. Met veel liefde en geluk blik ik terug op al die nostalgie.
Ik houd van jouw diversiteit. Het schoeisel voor mijn dochters koop ik bij een Chinese winkelier, het brood en patisserie haal ik bij de Marokkaanse bakker, kruiden of ander lekkers uit het Zuiden vind ik wekelijks terug op de donderdagse markt, eveneens bij een Marokkaanse marktkramer. Mijn frieten worden ook door een Chinees gebakken, of worden geleverd aan huis door een Turk. In tijden van emo-eetbuien koop ik mijn Ben en Jerry's ijs om de hoek in de nachtwinkel bij de Pakistaan. Over geen van deze mensen kan ik iets slechts zeggen. Over geen van ons allen kan ik iets slechts zeggen. Of dat was toch zo...
Sinds ik mijn leuke appartementje in het centrum van Beveren inruilde voor een huisje aan de stadskern van Sint-Niklaas, zie ik dat mijn herinneringen veel mooier zijn dan wat mijn perceptie in werkelijkheid is. De eens zo bruisende stadskern werd een doodse plek, met enkele gevaarlijke pijnpunten. Maandelijks lees ik in de krant wel een geval van zinloze agressie, wekelijks hoor ik erover vertellen maar wat het echt schrijnend maakt: bijna dagelijks maak ik het mee of neem ik het zelf waar. In de Mercatorstraat markeert een oude bloedvlek een arrestatie van even geleden. Hondenpoep op de straten geeft aan dat onze honden welgemanierd hun behoefte niet in huis doen, maar dat hun baasjes niet op zijn minst het fatsoen hebben dit op te ruimen. Overal waar ik kijk zie ik mensen die het moeilijk hebben; met zichzelf, met de omgeving, met hun financiële situatie, maar nergens zie ik nog solidariteit. Wij leven allemaal in onze eigen wereld waar enkel ons eigen leven telt. Behulpzaamheid wordt te gemakkelijk verward met bemoeizucht, dus schelden we onszelf dit maar al te gemakkelijk kwijt.
Liefste stad, ik houd van jou maar soms wordt het me teveel. Dan verlang ik naar tijden van vroeger, waar we met zijn allen tegen elkaar spraken bij de bakker. Dat we over voetpaden konden wandelen zonder te struikelen over losliggende stenen en niet meer in file stonden rond de markt. Tijden dat er op mijn tenen werd getrapt in een ontzettend drukke Stationsstraat en dat ik tijdens marktdagen een hamburger kon geven aan de bedelaar met zijn hond zonder dat iemand rond mij opmerkte dat "zo'n gedrag niet beloond dient te worden".
Kunnen we vanaf vandaag allemaal onze stoeltjes opnieuw voor onze voordeur zetten en onze buren leren kennen? Met alle mannen een tuinhuis voor de buur in nummertje 64 in elkaar steken, terwijl de vrouwen alles klaarmaken voor een barbecue in de tuin nummer 31? Kunnen we eens 5 cent voorschieten in de Carrefour wanneer de meneer voor u deze net tekort komt? Kunnen we vanaf nu zo solidair zijn als we onszelf willen noemen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten