Enkele weken eerder leerde ik iemand kennen, geheel toevallig. In mijn hoofd was ik al een tweede jaar onafhankelijkheid aan het plannen (een echte feestdag, y'all!). Het laatste waar ik nog aan dacht, was om in een relatie te stappen. Ik had er mij immers reeds bij neergelegd dat ik nooit meer verliefd zou worden. Verliefdheid treedt bij mij op tijdens de eerste kennismaking, hoe raar dat ook moge klinken. De eerste indruk maakt het voor mij een 'ja' of een 'nee'. Mannen die bijvoorbeeld in ongewassen toestand voor mijn neus staan, hebben er al gelegen. Of de exemplaren die geen deftige zinsconstructies kunnen maken, die kunnen ook hun schup afkuisen. Maar bij deze was het dus vanaf de eerste keer 'ja' sinds een zeer lange tijd. En wanneer er bij elk gesprek of ontmoeting nog meer pluspunten naar boven kwamen, was ik helemaal verkocht. De achterdocht uit mijn vorige relatie werd geheel ontmanteld. Ik liet mezelf volledig ontbolsteren & beging de grootste fout in jaren: ik liet opnieuw iemand toe tot mijn leven. Ik werd verliefd, met iedere porie & hersencel die mijn lijf bevatte. Zo intens dat de herinnering aan zijn geur of het beeld van zijn glimlachende mondhoeken genoeg was om me de rest van de dag gelukkig te maken. Het was gevoelsmatig zo geweldig dat ik enkel in superlatieven kon spreken of denken. De stappen naar een gelukkige toekomst leken gezet, tot we een discussie kregen & ik mijn ongezoute, impulsieve mening even op tafel gooide. Helaas blijkt die eerlijkheid, mijn grootste pluspunt, tevens mijn grootste minpunt te zijn. En toen was het einde verhaal, niks te happily ever after.
Waar mijn vorige relatie eindigde in complete razernij, liet deze een grote leegte achter, inclusief een gigantisch knagend schuldgevoel. Want om de ene dag nog te horen dat je graag gezien wordt, om de dag nadien genegeerd te worden & de betreffende persoon compleet in negatie te zien treden, lijkt voor mij het ergste wat er ter wereld kan bestaan. En dus blijf ik achter met de vraag: "what the
En dus bevond ik mij in de nachtwinkel met mijn handen vol troosteten. Met een man naast mij die "da meisken haar crèmeke wel zou betalen". Met tranen op mijn wangen, de moed in mijn schoenen, mijn hart tussen de Aiki Supernoodles & filterblaadjes, & de onmacht die in mij zijn weg naar boven wist te vinden. Met mijn mond vol woorden die ik tegen hem niet kon zeggen, uit respect & gevoelsgerelateerd, maar die ik wel naar het hoofd van de trakterende man in kwestie slingerde. Mijn ziel ergens tussen verbitterd, verloren, troosteloos en zelfhaat. Mijn gedachten bij een terugdraaiende klok & een 'nee' van in den beginne. Met gemis en leegte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten